Biografie

Joris Potvlieghe werd als zoon van orgelbouwer en organoloog Ghislain Potvlieghe en beeldhouwster Gisella De Maeyer geboren te Brussel (°1967).

Op 17-jarige leeftijd bouwde hij naar eigen ontwerp zijn eerste clavichord dat ingespeeld werd door Jos Van Immerseel aan de Universiteit van Leuven, waar hij een aantal jaren musicologie volgde. Tegelijk verrichtte hij organologisch onderzoek in tal van Duitse musea met de Amsterdamse pianofortebouwer Jan Van den Hemel. In 1989 rondde hij zijn studies muziekgeschiedenis af aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel. In dat jaar erkende Knack hem als “Jong talent in België”.

Op 21-jarige leeftijd vestigde hij zich als zelfstandig klavierbouwer in Denderwindeke, en bouwde vanaf 1991 zijn atelier verder uit in Tollembeek. Op vlak van orgelbouw verdiepte hij zich aanvankelijk in klankgeving en stemwerk. In 1993 verwierf hij de opdracht voor de restauratie van het monumentale orgel in de Sint-Pieterskerk van Turnhout (Le Royer, 1662). Later restaureerde hij onder meer het orgel van Zonnegem (Lovaert, 1841), Desselgem (Van Belle, 1680), Houtem (Davidts, 1710), Borgt (Cappuyns, 1842), Gontrode (Lovaert, 1834), Aaigem (Van Pethegem, 1818) en Gijzegem (Van Pethegem, 1776). Nieuwe orgels bouwde hij voor de abdijkerk van Grimbergen (17de eeuwse Zuid-Nederlandse stijl), Walfergem (naar A. Schnitger, 1680), Leuven Sint-Michiels (naar Contius, 1779) in opdracht van de Contius Foundation, Wondelgem (naar Contius, 1763) en voor Nicolas De Troyer (Stellwagen).

Naast orgels vormen clavichorden de focus van Joris Potvlieghes ontwerp-, studie en bouwactiviteiten. De inmiddels meer dan 60 instrumenten uit zijn atelier – alle grote ongebonden Saksische clavichorden – zijn wereldwijd te vinden in meer dan 20 landen. De eerste clavichorden werden reeds bespeeld door Gustav Leonhardt, Jos Van Immerseel, Miklos Spanyi, Benjamin Steens en Menno Van Delft. Hij bouwde onder meer clavichorden voor Andras Schiff en Trevor Pinnock, voor universiteiten en conservatoria in Finland, Hong Kong, Sidney, Perth, Amsterdam, Den Haag en Budapest. Zijn clavichorden zijn te beluisteren op meer dan 60 solo-cd's. Sinds 2013 bestudeert hij Weense pianoforte's van Johann Fritz waarvan een facsimile (6-oktaven, 1816) voor Wim Winters werd afgewerkt in 2019.

Er verschenen een 15-tal organologische studies van zijn hand, onder meer in de Grove Dictionary of Instruments (Oxford University Press) en Clavichord International. Hij gaf lezingen over orgels, clavichorden en pianoforte's, onder meer voor de Emeriti-professoren van de Universiteit van Leuven, Het Ruckersgenootschap, Universiteit Torino.

In 2005 genoot Joris Potvlieghe steun van het IWT (Innovatie door Wetenschap en Technologie) voor een studie over optimalisatie van geluidsweergave. Dit leidde tot onderzoek aan de Vrije Universiteit van Brussel inzake trillingsleer en akoestiek. Hij richtte het bedrijf Orator op dat zich specialiseert in luidsprekers, lampenversterkers en opnametechniek en verleende o.a. advies voor de ECM clavichordopname van Andras Schiff in de Abbey Road Studio (London).